Beeld door Adobe Stock

Water en zijn onmiskenbare rol in de duurzame ontwikkeling van Suriname

We bevinden ons op een tweesprong

Water speelt een cruciale rol in het leven van ons allen. Niet alleen bestaan wij zelf voor 60 tot 75 procent uit water, we hebben het ook dagelijks nodig om in leven te blijven. De gezondheid en het voortbestaan van al het leven op planeet aarde hangt ervan af. Hebben we onze geliefde planeet overigens wel juist genaamd?

Gezien de hoeveelheid wateroppervlak dat de aardbol bestrijkt in vergelijking met de hoeveelheid landoppervlak, zouden we het er logischerwijs over eens kunnen zijn dat onze planeet een beter passende naam ten deel zou moeten vallen: planeet ‘water’?

In elk geval ziet het ernaar uit dat, binnen de context van klimaatverandering en zeespiegelstijging, het wateroppervlak op de planeet de komende jaren alleen maar zal toenemen. Het vraagstuk van naamsverandering zal steeds vaker terecht blijken. 

Het aanwezige schoon zoetwater op aarde dat direct bruikbaar is voor levensonderhoud, wordt een steeds schaarser goed. Slechts 0,5 procent van alle water op aarde bevindt zich in deze categorie en dit kleine percentage is gevoelig voor verontreiniging van onder andere antropogene (menselijke) activiteiten. De verdeling van het water op aarde is sowieso steeds meer een punt van zorg.

Nijpend tekort

Veel landen hebben grote hoeveelheden verontreinigd water of een nijpend tekort aan direct bruikbaar water. Maar in Suriname hebben we momenteel, met een aanzienlijk deel daarvan, het schaarse en overal begeerde schone zoetwater in overvloed; wat betekent dit voor Suriname?

Waar er in de wereld oorlogen gevoerd worden om aardolie, mag met stelligheid gesteld worden dat binnen niet al te lange tijd het begeerde schaarse water eveneens tot wereldconflicten zal leiden.Reden voor Suriname om na te denken hierover en gepaste voorbereidingen te treffen. Hebben we in Suriname een nog onvoldoende doorgedrongen luxeprobleem?

De overige hoeveelheid water, meer dan 99 procent, komt voor in de vorm van zout water in de zeeën en oceanen of in bevroren toestand; aan beide zijn de gevreesde zeespiegelstijging te wijten. Het waterniveau wordt gevoed door smeltende ijskappen, die op hun beurt prooi zijn van de uitstoot van broeikasgassen en de algehele temperatuurstijging op aarde.

Sedert verscheidene decennia wordt er op aarde een rechtlijnige stijging geconstateerd in het gemiddelde aantal dagen, met een temperatuur van wel meer dan 50 graden Celsius. Temperaturen die niet geschikt zijn om normaal leven, zoals wij dat comfortabel ervaren, te herbergen. Logischerwijs neemt het smelten van de ijskappen dan ook gestaag toe en daarmee stijgt ook het zeespiegelniveau. 

Extreme weersevenementen

Zeespiegelstijging is onderdeel van het fenomeen klimaatverandering, gekenmerkt door global warming – ofwel opwarming van de aarde, een verstoorde hydrologische cyclus (waterkringloop) en toenemende extreme weersevenementen.

Ook in Suriname zijn voornoemde weersverstoringen merkbaar; hevige neerslag in korte tijd en overstromingen zijn ons nog vers in het geheugen, evenals het doordrenkte meubilair, de auto-interieurs en verloren oogsten. Vooral onze vlakke, vrij laag gelegen kustvlakte is gevoelig voor overtollig water; dit kan zich uiten in verzadigde bodems en wateroverlast.

Ook het binnendringen van zout zeewater, dat de brakwatergrens landinwaarts verlegd en hierdoor verzilting van de grond veroorzaakt, vormt een zorgpunt. Verzilting maakt de grond overigens ongeschikt voor de teelt van de doorsnee landbouwgewassen. Ook de ondergrondse zoetwaterreservoirs zijn kwetsbaar voor verzilting door zeespiegelstijging.

Toch mag ons geliefde vaderland, Suriname oftewel Switi Sranan, zich gezegend weten. De overstromingen die wij momenteel ervaren zijn zeer lastig, maar bij lange na nog niet zo rampzalig als we die reeds dagelijks in het wereldnieuws kunnen waarnemen.

Internationaal veranderen dagelijks wegen in rivieren en worden complete woningen weggespoeld van hun grondvesten. Volledige steden staan tot de daken blank en auto’s drijven als notendoppen rond. Desalniettemin mogen we de vingerwijzing niet negeren. 

Tweesprong

We bevinden ons als land op een tweesprong: we kunnen kiezen voor duurzame ontwikkeling waarbij we ons mooi land, ons natuurschoon in zijn pracht en praal tot ons voordeel kunnen keren; of we kunnen het mindere voorbeeld volgen van vele landen waar schijnwelvaart gekenschetst wordt door betonnen structuren, bling bling en kunstmatige weelde.

We moeten ons als land ervan bewust worden dat onze werkelijke waardevolle rijkdom bestaat uit onze biologisch bloeiende kust, die talloze ecosystemen herbergt. Ook wordt zij van nature beschermd door dichte parwa- en mangrovebossen met luchtwortels die watererosie (wegwassen van de bodem) tegengaan en sediment vasthouden en dus landaanwinst bevorderen.

Verder is er ons grotendeels nog ongerepte tropisch regenwoud dat de lucht zuivert en zuurstof produceert; terecht betiteld als de ‘laatste longen van de aarde’. Ook zijn er onze grote hoeveelheden nog schoon zoetwater, onze rijke biodiversiteit en onze rijke vreedzame culturele samenstelling; dit is wat wij als land feitelijk moeten koesteren!

Koesteren betekent ook dat wij als volk vredelievend, tolerant en vergevingsgezind met elkaar moeten omgaan. Daarnaast moeten we het welzijn van de milieugezondheid voortdurend wetenschappelijk verantwoord meten, monitoren en zodoende beschermen en waar nodig herstellen.

Integraal waterbeheer

Een integraal waterbeheer zal leidend moeten zijn in de beleidsvoering in Suriname. Hierbij zal gebruik moeten worden gemaakt van evidence based management. Dat betekent dat onderzoek en betrouwbare gegevens ten grondslag moeten liggen aan het kwalitatief en kwantitatief gebruik van ons oppervlaktewater.

Water moet voor elk gebruik en doeleind voldoen aan kwalitatieve standaarden en die moeten worden gemeten, gemonitord, beschermd en waar nodig bijgesteld. Kwantitatief moet water bij overvloed worden opgeslagen om in tijden van droogte beschikbaar te worden gesteld. Een goed toepassingsgebied dat als voorbeeld hierbij kan dienen, is irrigatiewater voor de landbouw. 

Gegevens met betrekking tot de vruchtbaarheid, de bodemstructuur en de irrigatie-eigenschappen zijn decennialang reeds bekend voor onze kleirijke kustvlakte. Immers onze historische plantagecultuur is gestoeld op deze bodemkundige gegevens. Die wijzen uit dat de hoogwaardige kleien in onze kustvlakte uitermate vruchtbaar en geschikt zijn voor de agrarische doeleinden.

Door gebrek aan voortzetting van beleid wordt deze wetenschap echter teleurstellend met de voet getreden en de agrarische sector onvoldoende tot niet benut. De ruimtelijke ordening van het land houdt onvoldoende rekening met deze enorme potentie en men verkavelt en bouwt onverkort en inefficiënt op vruchtbare kleigrond.

Gemiste kans

De vruchtbare kleibodem is minder geschikt als fundament voor de bouw. Daarnaast is het doodzonde dat die wordt uitgegeven voor andere doeleinden dan voor de agrarische sectoren; een gemiste kans tot duurzame economische groei.

Voorts zal in de context van zeespiegelstijging elke huidige en toekomstige grote investering in infrastructurele werken in de jonge kustvlakte binnen middellange termijn afgestraft worden.

De grondwaterspiegel en het oppervlaktewater zullen namelijk de investering in het water doen vallen; wellicht zelfs letterlijk. De zeespiegel zal naar schatting binnen 50 tot 100 jaar met meer dan 1 meter toenemen, hetgeen ons over enkele decennia tot ongeveer Lelydorp permanent onder water zet.

De reeds bestaande kunstwerken die door water opgewekte (hydro) energie opwekken moeten met deskundig inzicht worden beheerd en behouden. Te vaak wordt oogluikend toegestaan dat er rampzalige activiteiten op en rond het stuwmeer worden toegestaan, die de betrouwbaarheid van de dam en hulpdammen aantasten en de waterkwaliteit verpesten.

Hiermee wordt inbreuk gemaakt op de veiligheid en het welzijn van het overgrote deel van de bevolking. Behalve dat we onze bevolking vergiftigen door onder andere cyanide en kwikverontreiniging, zijn de gevolgen van een onverhoopte dambreuk vernietigend voor geheel Suriname.

De stuwdam en de krachtcentrale zorgen momenteel voor nog betaalbare energie. Daarnaast moet niet worden vergeten dat er in het verleden een hoge prijs van bloed, zweet en tranen voor betaald is.

Uitbreiding van hydro-energie door het onder water laten lopen van grote delen van ons hoogwaardig bos en zijn inwoners, is onacceptabel en uit den boze! De milieuschade en het verlies aan biodiversiteit die toen is aangericht, zijn enorm en mogen niet vergeten worden; een les moet hieruit geleerd worden voor de toekomst. 

Ideale beleidsvisie

In een ideale beleidsvisie zou – nu het nog kan – de kustvlakte grotendeels efficiënt voor agrarische doeleinden moeten worden aangewend en de infrastructuur systematisch naar hogere delen van het land geprojecteerd moeten worden.

Het natuurschoon van ons land zal volledig moeten worden beschermd. Voorts dient ons ongerept bos, dat talloze rivieren en kreken herbergt, gekoesterd te worden en omgezet tot permanente natuurreservaten.

De gebieden die de natuurlijke ondergrondse waterbronnen (die via het oppervlaktewater worden gevoed) herbergen, moeten worden behoed en gevrijwaard van menselijke verontreiniging. Onze milieugezondheid en daarmee de gezondheid van onze bevolking en onze rijke biodiversiteit zouden hierdoor veilig gesteld worden en de hydrologische cyclus zou intact blijven.

De hydrologische cyclus zorgt er namelijk voor dat een goed evenwicht wordt bewerkstelligd tussen verdamping (evaporatie), evapotranspiratie door planten, neerslag en de verwerking van oppervlaktewater, waaronder de natuurlijke sponswerking van het bos die ook overtollige erosie voorkomt.

Groene, duurzame manieren van ontwikkeling zouden moeten worden gestimuleerd. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van non-timber forest products (bosbijproducten), naturopathische medicijnenindustrie, ecotoerisme en agrotoerisme.

Dit in combinatie met het innen van carbon credits (koolstofkredieten). Ook natuurvernietigende en milieuverontreinigende activiteiten zouden moeten worden ontmoedigd en verboden.

Prof. dr. Christiaan Max Huisden is hoogleraar aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, leerstoel Milieuwetenschappen. Hij is tevens voorzitter van het Waterforum Suriname, Suriname Alliance for the Environment en het Wetenschappelijk Bureau A20.

/