‘Zij die zeggen verhuizen, hebben makkelijk praten’
Een droog woongebied kan bij een plotselinge harde regenbui opeens flink onder water lopen. Het gevolg is dat mensen schade ondervinden aan hun bezittingen of ziek worden door vervuild water. Van alle wereldwijde natuurrampen komen overstromingen het meest voor. Ook Suriname blijft niet gespaard hiervan, gezien de recente overstromingen. Moeten we dus in de toekomst nog meer de strijd aangaan met water?
Daar lijkt het op. De realiteit is dat door de opwarming van de aarde ook de reguliere regenpatronen veranderen. Vooral landen dichtbij de evenaar en tropische gebieden krijgen steeds te maken met extreme neerslag. Niet alleen dat leidt tot overstromingen. Het in korte tijd smelten van sneeuw/ijs in lage-temperatuurgebieden, vanwege de opwarming van de aarde en menselijke handelingen, is ook een oorzaak van zeespiegelstijging.
Rivieren kunnen het overtollige water niet aan en treden buiten hun oevers. Een tsunami en ook een dambreuk bij springvloed, zoals dat wel eens gebeurt in de kustdistricten van Suriname, zorgen dat bewoners plotseling te maken krijgen met een enorme waterstroom. Wereldwijd waren 1.300 overstromingen geteld tussen 2010 en 2019, die allemaal minstens honderden mensen troffen en tientallen dodelijke slachtoffers eisten.
Natuurlijke weringen
Een overstroming wordt dus een probleem wanneer mensen dicht bij rivieren en aan de kust gaan wonen. Dit gebeurt in de praktijk al te vaak. Het bouwen van huizen en aanleggen van wegen zorgt ervoor dat natuurlijke weringen vaak worden vervangen door asfalt en beton. Wetenschappers, onder wie professor en hydroloog Sieuwnath Naipal, stellen dat juist vegetatie ervoor zorgt dat de grond water goed kan opnemen. Daarnaast voorspellen wetenschappers dat in de komende jaren de overstromingen zullen toenemen.
De gevolgen zullen enorm zijn, indien er geen goede voorbereidingen worden getroffen. Bij zo een ramp worden vaak watersystemen en landbouwarealen verwoest. Huizen, inboedel en wegen raken beschadigd. Ook is de uitbraak van infectieziektes als cholera, ziekte van Weil, malaria en dengue groter na een overstroming. Vooral in dichtbevolkte gebieden.
Wanneer watersystemen zijn verwoest, is er ook gebrek aan schoon (drink)water. Doordat water soms dagenlang in de straten en erven ligt, kunnen infectieziektes zich makkelijk verspreiden. Stilstaand water is namelijk een ideale broedplek voor malaria en dengue-muskieten. Op lange termijn kan een overstroming zorgen voor voedseltekort, omdat de beplantingen in de landbouwgronden het vaak niet overleven.
Al een paar jaar zien we dat diverse gebiedsdelen in Suriname na hevige regens dagen- tot zelfs wekenlang onafgebroken blank liggen en een einde is nog niet in zicht. Hoe je het ook draait of keert, Suriname kan nu niet om de extreme hoeveelheid water heen. Of het nu door een natuurlijk verschijnsel komt of de effecten van klimaatverandering, sommige deskundigen roepen mensen, die in laaggelegen gebieden of langs de rivier wonen, op om naar hoger gelegen gebieden te verhuizen.
Verhuizen hogerop
Verhuizen naar hoger gelegen gebieden, kilometers ver van de rivier, ziet Lindie Aboikoni niet zitten. Hij is geboren in het dorp Dangogo 2 aan de Pikin Lio (een zijtak van de Boven-Surinamerivier) maar woont tegenwoordig in Paramaribo. Vanwege zijn werk als tourgids en milieuvoorlichter van zijn stichting Limbo Teego (schoon voor eeuwig) komt hij regelmatig in het Boven-Surinamegebied. Ook heeft hij familie die er nog woont.
“Mensen die zeggen dat binnenlandbewoners moeten verhuizen, hebben makkelijk praten. Daarmee zeg ik niet dat het niet moet gebeuren als de overstromingen steeds grimmige vormen aannemen”, zegt Aboikoni. Moeten de mensen toch verhuizen dan zal er volgens hem ook rekening gehouden moeten worden met de cultuur en leefwijze van de bewoners. Sommige dorpen bestaan al tweehonderd jaar. Veelal zijn ze gesticht op basis van hun cultuur en religie en worden er bepaalde rituelen uitgevoerd.
De rivier functioneert niet alleen als (water)weg, maar is ook de plek voor baden, afwassen, kleren wassen, vissen en nog meer. “Er zijn ook ouderen in de dorpen die nog voor zichzelf zorgen”, zegt Aboikoni. “Hoe ga je ervoor zorgen dat zij kilometers moeten afleggen om bijvoorbeeld te kunnen baden? Tenzij de overheid aangeeft te willen investeren in een goede infrastructuur.”
Betere voorbereidingen
Hoewel overstromingen wereldwijd de meest voorkomende natuurrampen zijn, is er sinds 2000 een afname in slachtoffers omdat betere voorbereidingen worden getroffen. Op zich hoeven overstromingen dus wat dat betreft geen probleem te zijn. In sommige gebieden in het binnenland, met name het Boven-Surinamegebied, komen dorpen die langs de rivier zijn gesticht jaarlijks onder water te staan. Volgens Kenneth Sukul, die zich bezighoudt met waterbeheersing, is dat een normaal natuurlijk verschijnsel.
Maar: “De regenbuien nemen extreme vormen aan vanwege verstoring van het luchtsysteem, die het gevolg is van grootschalige houtkap, mijnbouw, verstedelijking, industrieën die meer afvalstoffen uitstoten en hierdoor de verwarming van de aarde stimuleert.” Sukul zelf gaat niet ervanuit dat de overstromingen in Suriname volledig te wijten zijn aan klimaatverandering, omdat de cijfers om dat te kunnen staven nog ontbreken.
Het onder water lopen van Paramaribo komt ook door het verouderde ontwateringsstelsel. “Springvloed is een normaal natuurverschijnsel die we allemaal kennen”, zegt Sukul. “Het komt erop neer dat men in de stad voort blijft bouwen op een zieke fundering. Als men het wateroverlastprobleem structureel wil oplossen moet je heel Paramaribo opentrekken.”
Voedselopslagplaatsen
Wat hem betreft mogen binnenlandbewoners langs de rivier blijven wonen, omdat zij de rivier nodig hebben om te kunnen overleven. Wat wel moet gebeuren is niet meer achter de feiten van overstromingen aanhollen. Een maatregel die getroffen kan worden, is opvangcentra, scholen, overheidskantoren en voedselopslagplaatsen in hoger gelegen gebieden bouwen om de periode van overstroming te kunnen overbruggen.
Kwak, rijst en cassavebrood zijn hoofdvoedsel van de binnenlandbewoners die voor een heel lange tijd kunnen worden opgeslagen. Er moeten modellen ontwikkeld worden om voedsel te kunnen opslaan. “En niet als de boel overstroomd dat we dan bijvoorbeeld goed drinkwater naar het binnenland gaan vervoeren”, zegt Sukul. Bij overstromingen voedsel vanuit de kustvlakte naar het binnenland vervoeren, kost meer dan het voedsel zelf. “Dat geld voor de boot- en vliegtransporten kan beter ingezet worden”, stelt hij.
“Bij een eventuele afwijking van het weer kan dan tijdig aan de bel getrokken worden, zodat mensen zelf maatregelen kunnen treffen”, zegt Sukul. Trouwens niet altijd hoeven overstromingen een probleem te zijn. Het blijkt dat de grond in het binnenland dat onder water stond juist vruchtbaar wordt.
Bijvoorbeeld voor hulpdiensten en de Meteorologische Dienst van betere apparatuur voorzien om overal in het land regelmatige metingen te verrichten en weersvoorspellingen te kunnen maken. En ook voor om de normale weerfenomenen, zoals La Niña (veel regen) en El Niño (droogte) die zich om de zeven jaren voordoen, te kunnen monitoren.