Invloed van klimaatverandering op dierenwelzijn

‘Voor ecosystemen zijn alle dieren onmisbaar’

Ook dieren, zowel huisdieren (gedomesticeerde) als in het wild levende, gaan gebukt onder stijgende temperaturen. Bij gedomesticeerde dieren, met name honden, is het opvallend dat ze door de hitte vaker hijgen dan normaal. Onvoldoende vocht naar binnen of ziek? Aanhoudende droogte of regen maken voedingsbronnen voor bosdieren schaars. Het gevolg: doodgaan of massale verhuizing naar voedselrijkere gebieden.

Bioloog-onderzoeker Paul Ouboter kan zich zijn eerste ervaring met klimaatverandering in het Amazonewoud nog goed herinneren. Het was 2012 in het Brownsberg Natuurpark. Een extreem droog jaar, waarin El Niño ook sterk aanwezig was. Samen met enkele onderzoekers trok hij de berg op voor de maandelijkse servicebeurt van de geïnstalleerde camerastations (cameratracking devices), die op diverse plekken van het park waren uitgezet.

Het betrof een onderzoek om de in het natuurpark voorkomende diersoorten te registreren. Het park staat namelijk bekend om zijn rijke biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. Vanwege (illegale) mijnbouwactiviteiten en jacht werden de voorkomende dieren bedreigd. Ouboter en zijn onderzoeksteam lieten de camera’s installeren om te kijken welke dieren en hoeveel nog in het natuurpark voorkwamen.

“De onverharde weg van de berg met veel gaten is normaal voor een groot deel van het jaar gevuld met waterplassen”, vertelt Ouboter. “Dat jaar was het zo droog dat die weg met gaten in een modderpoel veranderde. Toen we de berg opreden zagen we een heleboel kikkers met hun buik plat op de nog vochtige modder liggen.”

Wat de kikkers deden was heel erg riskant, want als er een auto erover heen reed waren ze allemaal tegelijkertijd dood. Als kikkerexpert kon Ouboter het gedrag van de kikkers verklaren. “Kennelijk was er niet voldoende vocht in het bos en die modderpoel zagen de kikkers als enige uitweg om zich koel te houden.” Hij komt regelmatig in het natuurpark en dit fenomeen maakte hij voor het eerst mee.

Gaten in het bosdak

Een van de zichtbare effecten van klimaatverandering op dieren is het verlies van hun leefgebied. Zoals in het geval van de kikkers. Hun gedrag in de modderpoel was voor Ouboter daarom een van de eerste tekenen dat dieren ook in Suriname gebukt gaan onder klimaatverandering.

“Als je dat door redeneert is het logisch dat als het heter wordt, er grotere kans is dat het bos droger wordt. Daar komt nog bij kijken de menselijke effecten van heel veel houtkap, die ook bijdraagt aan meer van uitdroging van het bos.” Het ‘ontbossen’ van het natuurpark vergelijkt de onderzoeker als het maken van gaten in het dak van het bos, waardoor de zon naar binnen kan.

“Je begrijpt dat het uiteindelijk behoorlijk rampzalige effecten daaruit kunnen komen. Temperatuurstijgingen kunnen leiden tot de ineenstorting van kwetsbare ecosystemen en enorme uitstervingsgolven. We moeten dus keuzes maken die het lijden van mens en dier in de toekomst verminderen”, aldus Ouboter.

De ernst van de situatie voor in wild levende dieren werd in 2019 gepresenteerd door het Green Heritage Fund (GHF) Suriname. De organisatie staat vooral bekend om haar reddingsacties van luiaards en miereneters, die door verkavelingsprojecten bedreigd worden. Normaal heeft het GHF Suriname twee tot drie reddingen per week. Maar in de droge tijd verhoogt dit aantal naar per dag! De meeste dieren hadden uitdrogingsverschijnselen.

Kikkers, reptielen en andere kleine diersoorten hebben in tegenstelling tot vogels en zoogdieren niet het bewegingsvermogen (mobiliteit) om te verhuizen. Als het dus warmer wordt, zoals dat nu aan toegaat met een sneller opwarmende planeet Aarde, zullen deze kleine dieren niet meer bestaan. Het gevolg weer hiervan is dat grote dieren, die op deze kleintjes jagen, een voedseltekort hebben. “Voor het ecosysteem zijn alle dieren onmisbaar”, benadrukt Ouboter. Ook toppredatoren (jaagdieren) als de jaguar.

‘Ecosysteem-engineers’

Ouboter was 31 jaar lang hoofd van de Nationale Zoölogische Collectie van Suriname, een instituut van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Na zijn pensionering ging hij onder het vaandel van het instituut NeoWild verder met bestuderen en beschermen van deze zoogdieren. Jaguars, tapirs, pakira’s, pingo’s, otters en andere in het wild levende zoogdieren worden de ‘ecosystem engineers’ genoemd.

“De jaguar is het enige zoogdier dat een tapir kan doden. De tapir is belangrijk, omdat ze als planteneters grote zaden verspreiden in het bos, waardoor er steeds meer bomen komen”, licht Ouboter toe. Aan de andere kant is de tapir het grootste plantenetende landzoogdier van Zuid-Amerika. Behalve vruchten eet het voornamelijk gras, bladeren, jonge takjes, twijgjes van struiken en lage bomen en planten.

Een te groot aantal van tapirs en andere plantende etende zoogdieren kan voor een ander milieuramp zorgen. Het kaal vreten van alle jonge vegetatie veroorzaakt namelijk bodemerosie. De toppredator jaguar zorgt ervoor dat onder meer tapirs dus niet te groot in aantal worden. Ouboter noemt hierbij als vergelijking het Yellowstone National Park in de Verenigde Staten waar wolven werden uitgeroeid. Het gevolg: een toename van herten en het bos veranderde in grasvlakten.

Doordat er geen boomwortels meer waren om de erosie tegen te houden, maakten de kreken steeds meer grotere bochten. Toen men doorhad wat hiervan de oorzaak was, heeft men de wolven weer geïntroduceerd en herstelde het ecosysteem zich enigszins naar hoe het was. “De jaguar is dus in het geval van het Amazoneregenwoud dus van belang en daarom moeten ze worden beschermd”, aldus Ouboter. De mens, die op deze dieren jaagt, blijkt hun grootste vijand te zijn.

Huisdieren

Dat ook huisdieren worden getroffen door de verandering van klimaat, wordt duidelijk uit een bezoek aan de Stichting Dierenbescherming Suriname. Het is tien uur ’s morgens en buiten al behoorlijk warm. Een viertal honden staat voor een gesloten poort van het Dierenasiel, waar de stichting ook kantoor houdt.

Als ondervoorzitter Audrey Steenland-Smith de poort opent en naar het gekoelde kantoor loopt, wordt ze door de honden achtervolgd. Terwijl zij achter haar bureau plaatsneemt, nestelen de viervoeters zich behaaglijk onder de bureaus en stoelen. Ze zijn niet van het asiel maar uit de buurt. “Ze weten dat ze hier wat eten kunnen krijgen en vinden het heerlijk om hier af te koelen in de airco. Vanwege hun adaptatiedrang weten ze dat als het warm is, ze op zoek moeten naar koelte”, zegt Steenland-Smith.

Aangezien huisdieren een verzorger hebben, zijn ze dus daarvan afhankelijk. Een hond op een beschut erf die zich ook vrij op het terrein beweegt zal bij warm weer verkoeling zoeken onder een boom of gaten in het zand graven. Een hond aan een ketting kan dus niet in een hokje met zinkplaat in de gloeiende zon worden gezet. Als de hok ook nog is voorzien van een stenenvloer, omdat die ‘makkelijk schoon te maken’ is, werkt funest voor zo een dier.

“Dieren willen aanpassen. Eigenaars moeten dus echt ga nadenken hoe ze hun huisdier kunnen bescherming tegen de extreme weersomstandigheden”, benadrukt Steenland-Smith. De stichting focust zich meer op het dierenwelzijn van honden en katten, sterilisatie programma’s en voorlichting. De bescherming van dieren in het wild worden aan de zusterorganisaties als Green Heritage Fund overgelaten.

Voldoende comfort

Het aantal meldingen dat bij de Dierenbescherming binnenkomt is tijdens de extreme weersomstandigheden hoger. Omdat huisdieren afhankelijk zijn van hun verzorgers, moeten zij voor voldoende comfort zorgen voor de dieren. “Dit om oververhitting bij extreem droog weer of kouvatting bij regenweer te voorkomen”, zegt Steenland-Smith.

Niet alleen honden en katten als huisdieren lijden onder klimaatverandering, ook het vee. Mensen die kippen kweken weten er alles van. Is er niet voor voldoende verkoeling gezorgd, dan zullen door de dag heen de beesten er flauw uitzien. Een minder goed welzijn van de vogels leidt tot slechte productie van eieren. Dit geldt ook voor de productiviteit van koeien en ander vee.

In het asiel heeft de Dierenbescherming al enigszins eigen maatregelen getroffen tegen de extreme weersomstandigheden. Hoewel het terrein bij regenweer nog niet onderloopt, zijn alle hokjes verhoogd en voorzien van een mat, waarop de dieren kunnen liggen. Er zijn ook bomen geplant.

Een vraag die de Dierenbescherming vaak krijgt na een hevige regenbui uit de gemeenschap is: wat doen jullie voor de honden op straat? Steenland-Smith: “Dat is makkelijk om te zeggen, maar wat kan de gemeenschap zelf doen?”

Ze raadt bij regenweer omgekeerde kistjes of verhogingen te laten plaatsen waarop de dieren kunnen gaan, als het erf of de straat onderloopt. Bij droog weer waterbakken te plaatsen en die regelmatig verversen. Deze waterbakken ook niet in de zon plaatsen, want dan vindt er algenvorming plaatst. “Het zijn hele simpele dingen, waarin jij het verschil maakt.”

/