Beeld Jason Leysner
Beeld Jason Leysner

Samenwerking en bewustwording cruciaal bij uitvoering klimaatbeleid

‘Het is een commitment van het totale land’

Doorspitten van de vele onderzoeken en rapporten, vele meetings met belanghebbenden en late avonden om de deadlines te halen. Dit alles voor het verzamelen van relevante informatie, die vervat moet worden in rapportages en om de vier jaar ingediend, in verband met het Klimaatverdrag. Onder meer over de mate van uitstoot van koolstofdioxide (CO2) van Suriname op jaarbasis en wat het land te bieden heeft als het gaat om ‘mitigatie’ (tegengaan) van effecten van klimaatverandering.

De afdeling Klimaatverandering van het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) heeft het er maar druk mee. Hoewel onderbezet en de medewerkers vaak ook andere projecten moeten uitvoeren, zien zij toch kans de benodigde data te verzamelen. Bestemd voor deze rapportages, zodat Suriname kan voldoen aan zijn verdragsverplichtingen. Ivette Patterzon, onderdirecteur Klimaatverandering, is trots op haar team waarmee ze het werk samen verzet.

De rapportages dragen bij om beleid te maken en meer inhoud te geven aan de Nationally Determined Contributions (NDC’s), oftewel de ‘nationaal vastgestelde (klimaat)doelstellingen’. NDC’s omvatten ook maatregelen die regeringen willen doorvoeren als reactie op klimaatverandering; zo dragen ze bij aan de wereldwijde klimaatdoelstellingen. NDC’s vormen een evaluatiemechanisme, zoals afgesproken volgens het Klimaatverdrag. Ze moeten om de vijf jaar worden ingediend, zoals bepaald door het Akkoord van Parijs.

“Eind december 2025 moeten wij nieuwe NDC’s indienen. Al deze activiteiten en meetings die je hebt door het jaar heen zijn meetmomenten om te komen tot je NDC’s. Het is een continu traject”, vertelt Patterzon. “Je bent namelijk steeds bezig opnieuw te evalueren, bij te stellen en zaken opnieuw te ontwikkelen. Je moet ook voortdurend monitoren om te kijken of ze worden uitgevoerd.”

Successen delen

En daarin staat het ministerie van ROM niet alleen. Er wordt afgestemd met de andere ministeries en instituten die in de uitvoering zitten. Die kunnen namelijk het best aangeven wat de uitdagingen zijn bij het uitvoeren. “Maar ook als er successen worden geboekt is het belangrijk die te delen”, zegt Patterzon. Met bijvoorbeeld andere landen, als Suriname weer naar een meeting gaat zoals de Conference of the Parties. “Maar niet alleen de CoP is belangrijk, ook de andere meetings het jaar door zijn belangrijk.”

Tijdens de 21ste klimaatconferentie (CoP21) van de Verenigde Naties, eind 2015 in Parijs, bereikten de bijna 200 deelnemende landen overeenstemming over een bindend Klimaatakkoord. Daarmee moet de uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO2, worden teruggedrongen en de opwarming van de aarde worden beperkt tot maximaal 2 graden Celsius, met 1,5 graad als streefwaarde.

Evenwicht uitstoot en opname

Halverwege de 21e eeuw moet er een evenwicht zijn tussen alle uitstoot van broeikasgassen en het vermogen van de natuur om ze op te nemen (absorberen). Elk vijf jaar wordt het klimaatbeleid van alle landen geëvalueerd, de eerste controle vindt plaats in 2023. Ten slotte moeten rijke landen ontwikkelingslanden helpen hun uitstoot te verminderen.

Suriname moet daarom door het jaar heen geregeld bijeenkomsten bijwonen in het buitenland en verslag doen over de ontwikkelingen rond klimaatverandering die plaatsvinden binnen de eigen grenzen. Individuele landen moeten volgens het akkoord hun inspanningen uitwerken, internationaal rapporteren en regelmatig bijwerken. Dit aan de hand van vastgelegde criteria.

Over de NDC’s werd voor het eerst afgesproken op de Klimaatconferentie Warschau 2013 (CoP19). Alle NDC’s worden om de vijf jaar neergelegd op het secretariaat van het Klimaatverdrag (UNFCCC), waar ze worden opgenomen in een publiek toegankelijk register. Op 19 mei 2022 hadden 194 partijen hun eerste NDC’s ingediend, en 15 partijen hun tweede. Suriname diende in 2019 als tweede land in de wereld zijn tweede NDC’s in. Die zijn ingegaan op 1 januari 2020 en lopen tot december 2025.

Gezamenlijke toewijding klimaatinformatie

Binnen deze afspraak worden de geleverde inspanningen niet gezien als die van een zittende regering maar van Suriname als land. Verdragen en overeenkomsten worden immers gesloten tussen landen onderling dan wel tussen landen en internationale organisaties. Daarnaast kan een land niet over zichzelf rapporteren. De gegevens die het aanlevert moeten komen van individuen, instituten, ngo’s, het bedrijfsleven en lagere overheden.

Het is dus een gezamenlijke toewijding die de burgers van het land zijn aangegaan en een product waaraan velen hebben meegewerkt. Een team van lokale consultants heeft de gevens verzameld. Voor de verwerking ervan kregen zij assistentie van internationale consultants, die speciaal waren aangetrokken door het ministerie van ROM. Zij hebben de experts getraind en begeleid bij het verwerken van de gegevens. Dit gebeurde allemaal virtueel  en via mailuitwisseling.

Voorts zijn er consultatierondes gehouden met de verschillende stakeholders (belanghebbenden). Tevens wordt aan de samenleving gevraagd dat zij bij sommige projecten haar medewerking verleent en daarmee een actieve bijdrage levert. Daarom pleit Patterzon ervoor dat de overheid de samenleving bewust maakt over het fenomeen klimaatverandering, inclusief de rol die wij als samenleving hebben volgens het Klimaatverdrag.

“Het is een commitment van het totale land. Het verstrekken van data is ontzettend belangrijk om te komen tot deze rapporten”, benadrukt Patterzon. Dit kan kracht worden bijgezet door het maken van milieuwetgeving. Zo heeft haar afdeling zich destijds ervoor beijverd dat bij de totstandkoming van de Milieu Raamwet, is opgenomen dat het verplicht is bepaalde informatie af te staan indien de overheid erom vraagt. “Vooral als die informatie nodig is voor de jaarlijkse rapportages. En dan geldt het niet alleen voor bedrijven maar ook voor burgers.”

Bewustwording over klimaatverandering

Patterzon is overigens van mening dat andersom ook meer informatie verstrekt kan worden aan de samenleving over klimaatverandering. Zo leggen autoriteiten voortdurend de nadruk erop dat de Surinaamse bossen geld kunnen opleveren in de vorm van ‘koolstofkredieten’ (carbon credits). Hierdoor heeft in de samenleving het idee postgevast dat het vooral om geld te doen is.

“Maar het is meer dan dat. Er wordt vaak geen verband gelegd met het klimaat als globaal doel”, ondrstreept Patterzon. De financiering op basis van “carbon credit-verhandeling” wordt verschaft om Suriname te helpen zijn eigen klimaatdoelen te behalen. Maar nog meer dat het mondiale klimaatdoel, zoals gesteld in artikel 2 van het Parijs Akkoord, wordt gehaald.

Ook moet er meer voorlichting komen zodat er een gedragsverandering optreedt onder de bevolking. “Velen zijn zich nog niet bewust van wat de impact van klimaatverandering is op hun leven”, aldus Patterzon. Er zal goed uitgelegd moeten worden waarom de wereldwijde CO2-uitstoot moet verminderen, zodat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 en maximaal 2 graden.

Alledaagse zaken

De samenleving moet ervan doordrongen zijn welke gevolgen dit mogelijkerwijs meebrengt voor het land, zoals het steeds buiten de oevers treden van onze rivieren, met als gevolg zware wateroverlast, en hevige rukwinden. Waarbij er vaak genoeg schade ontstaat aan bezittingen en het leidt tot verstoring van dagelijkse activiteiten. Patterzon: “Burgers zullen daarom hun gedrag moet veranderen zodat we met zijn allen de situatie kunnen verbeteren en de effecten van klimaatverandering kunnen beperken.”

Ook alledaagse zaken, zoals afvalwater dat wordt geloosd, zorgen voor extra CO2-uitstoot. We doen verder als samenleving nog te weinig aan afvalscheiding. Van alles wordt overwegend nog steeds op één hoop gegooid. “In de wet staat dat je geen afval mag verbranden, maar toch gebeurt het en er is nauwelijks controle daarop. We weten niet wat er allemaal verbrand wordt en welke stoffen vrijkomen”, wijst Patterzon op nog een alledaagse boosdoener.

“Mensen doen dit omdat wellicht de voorlichting tekort schiet. Behalve dat je gezondheid erdoor negatief wordt beïnvloed, kun je het ook koppelen aan klimaatverandering. Dit soort kleine zaken moeten aan de samenleving voorgelegd worden. Goede voorlichting kan een hele verandering teweegbrengen. Die hoeft niet per se groot te zijn, een kleine verandering is al een stap in de goede richting.”

/